Zoeken Zoek
Eeuwenlang vormde de visserij dé bron van inkomsten voor de inwoners van Vlaardingen. Een hoogtepunt was de eerste helft van de 18e eeuw. Toen vormde de Vlaardingse haven de thuisbasis van 120 vissersschepen, met elk ongeveer 14 man aan boord. Een tweede bloeiperiode vond plaats in de eerste helft van de 20ste eeuw. Toen telde de vloot maar liefst 192 schepen. Flinke stormen zorgden ervoor dat heel wat van deze zeelieden nooit meer naar huis kwamen.
Eeuwenlang speelde de visserij de hoofdrol in het leven van de inwoners van Vlaardingen. De gevangen vis verkocht men onder meer 'aan de bank'. Vlaardingen is dan ook één van de steden die nog in het bezit is van een visbank.
Haring is voor velen een delicatesse. Als het eerste kostbare zilver uit de zee arriveert, maken de Vlaardingse viswinkels overuren. We zijn tenslotte niet voor niets ‘haringkoppen’. Vroeger, toen de visserij in Vlaardingen floreerde, zwermden na binnenkomst van de haringvloot de haringlopers en haringloopsters uit om hun waar aan de man te brengen...
Buisjesdag was de dag waarop de vissersvloot ‘ter haringvangst’ uitvoer. De schepen – goed bevoorraad en met vlaggetjes versierd – verlieten hun thuishaven. Voor de komst van de logger, in het midden van de 19e eeuw, konden de schepen wel twee tot drie maanden van huis zijn. Tijdens Buisjesdag vloeiden de tranen rijkelijk. Vrouwen, jonge meisjes en kinderen moesten immers voor lange tijd afscheid nemen van hun man, zoon, verloofde, vader of broertje. De steeds terugkerende gedachte daarbij was: ‘Zien we elkaar ooit weer terug….?’ Niemand nam dit voor vanzelfsprekend aan, want de zee gaf en de zee nam…
Op Vlaggetjesdag gonsde het op de Vlaardingse kades van bedrijvigheid. Die dag lagen de schepen met hun neuzen naar de walkant afgemeerd. Blinkend en versierd lagen ze te stralen in de Oude Haven. Heel Vlaardingen en omgeving liep uit om de vissersvloot, die enkele dagen later zou uitvaren, van dichtbij te bekijken.