Houten boetnaald met handmerk
De boetnaald is gemaakt van het hout van een prunussoort, vermoedelijk sleedoorn. Hoewel de naald beschadigd is, lijkt de versmalling aan één uiteinde nog net de aanzet te zijn van de punt. Aan beide zijden van het voorwerp komen ingesneden tekens voor: aan de ene zijde gaat het om twee x-en, aan de andere zijde betreft het twee ruiten. De ruiten zouden versiering kunnen zijn, maar vermoedelijk zijn ze net als de x-en onderdeel van een zogenaamd 'handmerk'. Dit is een persoonsgebonden merkteken dat bestaat uit een samenstelling van rechte of kromme lijnen en dat op eigendommen of documenten wordt aangebracht. Het bekende kruisje als handtekening voor mensen die niet kunnen schrijven, is hier een relict van. Een boetnaald verschilt qua vorm en grootte van gewone naainaalden. Het werktuig wordt gebruikt om (vis)netten te repareren. Een gat in een net is immers geen reden om het weg te gooien. Eigenlijk lijkt het boeten een beetje op het leggen van knopen. Met boetgaren en boetnaald wordt het net hersteld door de nieuwe mazen met een speciale steek aan de rest van het net vast te maken. De draad wordt daarbij 'om' de naald heen gewonden. In het verleden gebeurde het herstellen van de netten in de zomer vaak op de weilanden. Er werd ook gebruik gemaakt van grote boetzolders, waarvan er enkele bewaard zijn gebleven aan de Westhavenkade. Deze laat zeventiende-eeuwse boetnaald is gevonden in een beerput in een pand aan de Zomerstraat.