De Markt
Oorspronkelijk is de Markt een verbreding van de hoge Maasdijk, die bij de Hoogstraat op de Markt komt en aan de andere kant verder gaat als de Maassluissedijk. Vroeger heette de Markt ook wel 'Marktveld', 'Kerkhof' en 'Omring'. Centraal staat de Grote Kerk.
Op de Markt werd geloof beleden, begraven, rechtgesproken, bestuur gevoerd, onderwijs gegeven en handelgedreven. Ook vonden en vinden er nog steeds allerlei festiviteiten plaats. Zo was de Markt in 1616 het middelpunt van het Vlaardings Landjuweel (rederijkerswedstrijd). De vele feestelijkheden en defilés ter gelegenheid van de een of andere koninklijke gebeurtenis, zoals een geboorte, verjaardag of een jubileum, zijn talrijk. De Markt vormt ook regelmatig het decor voor gelegenheidsmarkten, zoals een kerstmarkt, lentemarkt of een historische markt.
Op 13 maart worden jaarlijks de Geuzen herdacht tijdens de uitreiking van de Geuzenpenning, een veel publiciteit trekkende gebeurtenis.
Rijken in de kerk, arme sloebers en criminelen erbuiten
De vroegere benaming 'Kerkhof' is duidelijk maar voor één uitleg vatbaar. Ín de kerk, onder stenen zerken, kregen de welgestelde Vlaardingers een laatste rustplaats, rondom de kerk de gewone stervelingen en op een afgescheiden stuk grond werden de zelfmoordenaars en criminelen begraven. In 1829 werd het definitief verboden nog in kerken te begraven. Vanaf toen kreeg iedere overleden Vlaardinger een laatste rustplaats op de begraafplaats aan het Emaus, die overigens al in 1823 was aangelegd. Ook de benaming 'Omring' heeft hiermee te maken. Het kerkhof rondom de kerk werd van de straat gescheiden, eerst door een lage en later door een hoge muur, waarin enkele toegangen zaten. Dit muurtje lag als een ring om de kerk en de begraafplaats heen.
In de winter van 2002/2003 hebben archeologen een belangrijke opgraving gedaan in het zogenaamde ‘Gat in de Markt’. Op deze plek, hoek Maassluissedijk/Markt, werd een 43-tal middeleeuwse begravingen aangetroffen. De skeletten van vrouwen, mannen en kinderen waren goed bewaard gebleven.
De kerk in het midden
In het midden van de Markt staat de Grote Kerk. Al vóór 726 stond er ongeveer op dezelfde plek al een klein kerkje van hout. De geestelijke Heribald schonk het aan de welbekende missionaris Willibrord. Een stenen kerk is in 1574 bij de grote stadsbrand zwaar beschadigd en weer opgebouwd in 1582. In 1746 is de oude toren vervangen door een nieuwe, die aan de westzijde van de kerk werd geplaatst. Ook hebben er allerlei verbouwingen en restauraties plaatsgevonden totdat de kerk haar huidige vorm kreeg.
De Grote Kerk wordt gebruikt door de Protestantse wijkgemeente ‘Grote Kerk’. Regelmatig vinden er (orgel-)concerten plaats en worden er exposities georganiseerd.
Aan de noordzijde van de kerk, tegenover de Hoogstraat, zit de Waag met ernaast de Vleeshal. Aan de zuidzijde bevond zich in de 17e eeuw een verblijf voor galeislaven.
Samen met de Grote Kerk bepaalt het uit 1650 daterende Oude Stadhuis het beeld van de Markt. De aanbouw dateert uit de periode 1952-1963.
Geuzenmonument en standbeeld Dirk III
Tussen de ingang van het Oude Stadhuis en de hoofdingang van de Grote Kerk staat het Geuzenmonument. Dit bronzen beeld is gemaakt door de Vlaardingse beeldend kunstenaar Leen Droppert en herinnert aan de eerste verzetsgroep tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Geuzen.
Een tweede beeld bevindt zich bij de entree van het ‘nieuwe’ deel van het stadhuis, op de hoek van de Schoolstraat. Het is een standbeeld van graaf Dirk III. Deze Hollandse graaf versloeg in het jaar 1018 het leger van de Duitse koning tijdens de Slag bij Vlaardingen. Op deze plek stond vroeger een oude, parochiale school die is afgebroken toen het stadhuis uitgebreid werd.
Aan de oostzijde zien we een gebouw waar op de gevel 'Stads-school' te lezen is. Dit gebouw dat een al eerder op deze plek staande school verving, dateert uit 1839. Al vele jaren is het gebouw niet meer als school in gebruik.
Aan de overkant, tussen de Schoolstraat en de Maassluissedijk, is in 1883 Hendrik van Toor Jzn. een tapperij begonnen. Al snel liet hij de verkoop aan zijn vrouw over, waardoor hij zich kon gaan bezighouden met de fabricage van nieuwe drankjes, zoals ‘Boerenjongens’ en ‘Boerenmeisjes’, advocaat en later ook limonades, limonadegazeuzes en likeuren. Na de aankoop van een pand op diezelfde Markt, tussen de Kerksteeg en de Bredesteeg, verplaatste Hendrik de verkoop naar dit winkelpand. Hij noemde de slijterij ‘De Wijnoogst’. De ‘Schelvispekel’ van ‘H. van Toor Jzn. Distilleerderij’ is wereldberoemd geworden.
Op ditzelfde stukje Markt bevindt zich een pittoresk pandje, het smalste huisje van Vlaardingen. Het is een tijdlang het woonhuis van de landelijk bekende Vlaardingse dichter en schrijver Levi Weemoedt (Ies van Wijk) geweest.
Gevelstenen
Restanten uit het verleden zijn de gevelstenen die in een tweetal panden zijn ingemetseld. Boven het poortje naast nummer 49 is een gevelsteen te zien met het opschrift ‘Den armen dat ick gaf, is mij gheblewen, dat ick hiele, heeft mijn beghewen’. Deze steen herinnert vermoedelijk aan het Gast- of Weeshuis.
Een tweede gevelsteen is te vinden bij de ingang van een steegje bij de huisnummers 54, 55 en 56. Deze grote, vierkante steen heeft het volgende, raadselachtige opschrift: ‘Laet het vriezen by de vriezen, ’t Vriezen past den wintertydt, Zou DE VRIES daer by verliezen, Neen: de zomer scherpt zyn vlyt’, 1713 [gewijzigd in] 17124’.
Tot slot het pand op de rechterhoek van de Markt en de Hoogstraat. In dit pand, waar de voormalige winkel 'Het Waaigat' gevestigd was, zat van 1742 - 1805 herberg 'De Visscher'. Tijdens opgravingen in de zomer van 1990 op de binnenplaats van dit pand, ontdekten archeologen een aantal beerputten met daarin honderden voorwerpen. Deze geven een goed beeld van de leefomstandigheden van de Vlaardingse bevolking in die tijd.