Korte geschiedenis van een stad

Wat er de afgelopen 6000 jaar precies is gebeurd in Vlaardingen, weet niemand. Wel weten we aan de hand van archeologische vondsten welke groepen hier aanvankelijk rondtrokken en later zich vestigden, hoe ze leefden en waar ze van leefden...

Gezichtsreconstructie Krabbeplasman door M. D'Hollosy. Fotograaf M. D'Hollosy, Collectie Archeologie, 06.017.

Vlaardingen-cultuur

De geschiedenis van Vlaardingen gaat terug tot circa 3900 voor Chr.. Vlaardingse archeologen troffen in 1994 in de Oostwijk de oudste Vlaardingse bewoningsresten aan. Heel bijzonder. Maar grotere bekendheid kregen de uitzonderlijke vondsten die bij de aanleg van de Westwijk zijn gedaan. Rond 1960 werd een complete nederzetting uit de late Steentijd (2900-2600 voor Chr.) opgegraven. Deze vondsten zijn, ook internationaal, zo uniek, dat men ze een eigen naam gaf, de ‘Vlaardingen-cultuur’.

Van donk tot stad

In het jaar 726 schonk de priester Heribald een kerk op de huidige Markt aan Willibrord. Dit duidt erop dat er toen al een redelijk aantal mensen in de stad moet hebben gewoond ook al diende deze kerk ook voor bewoners van de directe omgeving van Vlaardingen.
In 1018 kreeg de stad in de geschiedenis landelijke bekendheid door de ‘Slag bij Vlaardingen’, die gevoerd werd door de Hollandse graaf Dirk III tegen de Duitse keizer Hendrik II.

Herdenking van de 'Slag bij Vlaardingen' in 2018. Fotograaf: H. van Wensveen, Collectie Archeologie, bc026_20180610_IMG_0481.

Tegen de zin van de keizer, die de leenheer van de graaf was, had Dirk III een tol op de rivier de Maas ingesteld. Nadat Dirk III het leger van de keizer had verslagen, nam de grafelijke invloed in Vlaardingen toe en groeide de stad uit tot een plaats van enige betekenis in een verder agrarisch gebied. In het jaar 1273 kende graaf Floris V dan ook bepaalde rechten toe aan de stad Vlaardingen. Deze ‘stadsrechten’ (verleend aan een niet ommuurde stad) kunnen toen voor het eerst zijn gegeven, maar waarschijnlijk betrof het een uitbreiding van al eerder gegeven rechten.

Visserij - de rode draad

Al in de 14e eeuw dreef de Vlaardingse economie voornamelijk op de scheepvaart, en wel op de koopvaardij en in mindere mate op de visserij. Een eeuw later veranderde dit beeld en zorgde de visserij voor de belangrijkste inkomsten.

Reproductie, opmetingskaart 'Vlaerdinghen' uit ca.1560 van Jacob van Deventer. Collectie Stadsarchief Vlaardingen, KVL0083.

In 1574, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werd Vlaardingen getroffen door een ramp. De stad werd door de Geuzen praktisch geheel in de as gelegd, zodat de opgebouwde welvaart in één klap terug bij af was. Het duurde nog jaren voordat de stad deze tegenspoed te boven was. Doordat veel inwoners voor de Spanjaarden op de vlucht waren geslagen en niet meer terugkeerden, verviel de status van de stad Vlaardingen tot die van een onbelangrijk dorp.

Hoewel ook landbouw en veeteelt een belangrijke economische rol speelden, bleef de visserij centraal staan. Het was dan ook dankzij de opbloei van de visserij dat de welvaart in de 17e eeuw in Vlaardingen terugkeerde. De daaropvolgende twee eeuwen bleef het de visserij waar alles om draaide. Bijna iedere Vlaardinger had wel op de een of andere manier iets ermee van doen. Dit veranderde na de Tweede Wereldoorlog.

Vlaardingen - middelgrote industriestad

In de loop van de 20e eeuw verloor de stad meer en meer zijn rol als vissershaven. Van lieverlee verving de industrie de visserij. De verwerking van – weliswaar van elders aangevoerde - vis, vindt nog wel in Vlaardingen plaats.

Het Deltagebied bij de voormalige NAM-haven. Fotograaf: R. Dijkstra, Collectie Stadsarchief Vlaardingen, T650-283.

Na de Tweede Wereldoorlog vestigden zich hier meer en meer grote bedrijven en industrieën, waardoor het inwonertal met sprongen omhoog ging. Dit leidde tot de aanleg van diverse nieuwe woonwijken met daarin scholen, kerken en winkelcentra. In het centrum bouwde men na de doorbraak van de Hoogstraat en de afbraak van de kleine straatjes erachter, de zogenaamde Transvaalbuurt, een groot nieuw winkelcentrum, ‘Het Liesveld’.

De havens bleven, zodat Vlaardingen nu nog één van de belangrijkste binnenhavensteden van Nederland is. Er zijn drie metrostations en een tramverbinding en ook per auto is de stad via de A20 en de A4 prima te bereiken.

What's in a name?

Het is niet met 100% zekerheid te zeggen waar de naam ‘Vlaardingen’ vandaan komt. Algemeen wordt aangenomen dat de naam is afgeleid van de kreek waarlangs de nederzetting is ontstaan, de Vlaarding. Maar het zou ook andersom kunnen zijn.

Wie de historische bronnen induikt op zoek naar ‘Vlaardingen’, zal verschillende schrijfwijzen tegenkomen. Enkele varianten, met bronvermelding en datering, vindt u hier.

Er zijn verschillende etymologische verklaringen van de naam mogelijk. M.C. Sigal (1) brengt ‘vlaar’ (Phlar) in verband met ‘fledder’. Dit betekent heel dunne modder of moerassig weiland (West-Vlaams) of overgang van moerasveen naar hoogveen (Oost-Nederland, Leuvens). De bibliotheek van Rotterdam verwijst naar een verklaring van C. Postma in ‘Korte geschiedenis van Vlaardingen’ (2). Hij gaat ook uit van het oude woord ‘vlaar’ of ‘vlaarde’, wat ‘vlier’ betekent. Een van de betekenissen van vlier is moeras (3). Gezien het feit dat de nederzetting in de middeleeuwen in een kweldergebied lag en het achterland uit een uitgestrekt veengebied bestond, is deze verklaring niet vreemd.

Het tweede deel van de naam ‘dinge(n)’ heeft volgens M.C. Sigal in topografische benamingen de betekenis van braakliggend, nieuw geploegd of nieuwontgonnen land. Vlaardingen zou dus betekenen: braakliggend land dat uit moerasgrond bestaat. De kreek zou haar naam ontleend hebben aan de drassige gronden waardoor ze kronkelde.

Noten

  1. Stadsarchief Vlaardingen, inv.nr.31.
  2. Postma, C. met een voorw. van J. Heusdens, 1958: Korte geschiedenis van Vlaardingen, Vlaardingen, Dorsman & Ode.
  3. Kruyskamp, C., 1976: Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse Taal: 2Dl (10e dr.). 's Gravenhage, Martinus Nijhoff, p. 2786.