De Westwijk tijdens de Vlaardingencultuur

Tussen november 1959 en september 1964 liggen er in de Westwijk verschillende putten open die niets te maken hebben met de nieuwe gebouwen die overal als paddenstoelen uit de grond schieten. In de omgeving van de Arij Koplaan, De Prof. Teldersstraat en de Samuel Esmeijerstraat zijn archeologen en de archeologische werkgroep Helinium naarstig op zoek naar de restanten van een ver verleden.

Zicht op een van de opgravingsputten in de Westwijk. Alle stokjes in het vlak geven de locatie van een paal(tje) aan. Collectie Archeologie Vlaardingen, 07.003_3321_veldwerk.

De onderzoekers zijn verbaasd over al het materiaal dat ze vinden in de kreek en op de oeverwallen die ze opgraven. Uit de grond komen grote hoeveelheden scherven, vuurstenen werktuigen, dierlijke botten en gigantisch veel paalgaten met soms nog de houten palen erin. De archeologen vinden zelfs twee fuiken en een essenhouten staf. Bovendien zijn de vondsten ongeveer 5000 jaar oud.

Niemand had voor de opgravingen in de jaren ‘60 durven vermoeden dat er zo lang geleden mensen in dit gebied woonden. Om ons een idee te geven van hoe de Westwijk er toen uitzag, maakte Ulco Glimmerveen een prachtige illustratie. De informatie die de archeologen meer dan vijftig jaar geleden verzamelden, vormde de basis van deze reconstructie.

Moeras

De Westwijk in de tijd van de Vlaardingencultuur, ongeveer 5000 jaar geleden. Illustratie en rechten: Ulco Glimmerveen. Collectie Archeologie Vlaardingen.

In een uitgestrekt nat en moerassig landschap heeft een smalle kreek zich een weg gebaand. De oevers van de kreek, de zogenaamde oeverwallen, blijven bijna heel het jaar droog. Ze steken ongeveer één meter boven de waterspiegel uit en zijn vijftien tot zestig meter breed. Enkel bij extreme omstandigheden of tijdens heel natte periodes in de winter komen ze onder water te staan.

Op de hoge en droge oevers groeit er onder andere es, esdoorn, iep, hazelaar en eik. Achter de oeverwallen is het veel natter en deze zone wordt het komgebied genoemd. De vegetatie is hier anders. Het loofbos heeft plaats gemaakt voor een broekbos met elzen, wilgen en meer waterminnende planten. Dit broekbos gaat geleidelijk over in uitgestrekte rietlanden, waar in de afgelopen natte periode overal kleine meren zijn ontstaan.

Droge oevers en een moerassig komgebied domineerden 5000 jaar geleden het landschap in de Westwijk. Illustratie en rechten: Ulco Glimmerveen, Collectie Archeologie Vlaardingen.

De kreek is eigenlijk een zijtak van een grotere geul die meer zuidwaarts ligt. Het waterniveau in dit krekenstelsel wordt beïnvloed door de getijdenwerking. Aan de lage waterstand is te zien dat het eb is. Hoewel de kroeskoppelikaan zich hier helemaal thuis voelt, lijkt het geen geschikte woonomgeving voor ons. Vijfduizend jaar geleden dachten mensen er echter anders over. De oeverwallen vormen een veilige plaats om te wonen en er zijn verschillende voedselbronnen in de omgeving.

Een goede kampplaats

De prehistorische mensen vertoeven hier vermoedelijk alleen in de zomer en een deel van de lente en herfst. Ze verblijven een tijdje in het gebied, trekken daarna weg en komen misschien pas over enkele jaren terug. De locatie van hun woonplaats kiezen deze Vlaardingen-mensen steeds heel bewust. Ze vinden enkel de hoogste en smalste delen van de oeverwal ideaal om op te wonen, want hier houden ze het langst droge voeten. De hoogste plekken vind je overigens aan de buitenbochten van de kreek.

De Vlaardingenmens vestigde zich op de hoge delen van de oevers. Hier een verlaten kamp, nog herkenbaar door de open plek in het bos. Illustratie en rechten: Ulco Glimmerveen, Collectie Archeologie Vlaardingen.

De oostelijke oever van de iets meer noordelijk gelegen bocht zou dus een goede plaats zijn om te wonen. De open plek op dit stukje van de oeverwal verraadt dat er in het verleden inderdaad een kamp heeft gelegen.

Een complete gemeenschap van mannen, vrouwen en kinderen hebben zich dit jaar gevestigd op de westelijke oever van de kreek. Een meer dan negen meter lang en drie meter breed bouwwerk biedt enige beschutting tegen de weerselementen. Vermoedelijk is het een open gebouw zonder wanden.

Jagers en verzamelaars

Zicht op een verblijfplaats van de Vlaardingenmens. Illustratie en rechten: Ulco Glimmerveen, Collectie Archeologie Vlaardingen.

Hoewel deze mensen runderen, schapen, geiten en varkens houden, is de jacht en visvangst voor hen belangrijker. Met de hulp van fuiken, netten, weren en vissperen vangen ze onder andere harder, baars, snoek en steur. Enkele pas gevangen vissen hangen te drogen aan een rek in het kamp.

Op het menu staat verder edelhert, ree, wild zwijn en talrijke andere dieren. Deze prehistorische mensen jagen ook op pelsdieren zoals otter, bever, marter, bunzing, wilde kat en zelfs bruine beer. Op de woonplaats kan je botten vinden van walvisachtige, tuimelaar en grijze zeehond, die de mensen meegebracht hebben van hun tocht naar het kustgebied.

De onderkaak van een wild zwijn, gevonden bij het Vlaardingencultuurkamp. Collectie Archeologie Vlaardingen, 07.003_000024_wild-zwijn

Natuurlijk eten ze niet alleen vlees en vis. Op akkertjes wordt er emmertarwe en gerst gekweekt, hoewel het niet helemaal duidelijk is of dat in Vlaardingen of elders gebeurt. Verder biedt het bos een heleboel eetbaars zoals hazelnoten, sleedoornvruchten, kornoelje- en meidoornbessen, wilde appel, bottels van hondsroos, bramen en frambozen. In dit schijnbaar onherbergzaam gebied weten deze Vlaardingen-mensen zich dus prima te redden.

Video's

Survivors of the Stone Age, The Vlaardingen People (met Nederlandse ondertiteling) is een film gemaakt voor het project Expeditie Steentijd. 

Water had een grote invloed op het leven van de jagers van de Vlaardingencultuur. In Leven langs de waterkant ontdek je hoe zij ermee omgingen.

Stadsarcheoloog Tim de Ridder vertelt over vondsten van de Vlaardingencultuur en over de Vlaardingentijd in een uitzending van Oud-VlaardingenTV.