De Westwijk
In 1954 startte men in Vlaardingen met de bouw van een gloednieuwe wijk, de Westwijk. Hier zouden 20.000 personen moeten kunnen wonen. Een grote wijk dus, maar ook een groene wijk, met veel ruimte voor sportvelden en plekken voor de jeugd om te spelen.
Ambitieuze plannen
In het begin van de 20e eeuw bestond de wens om de stad uit te breiden, maar de grond die daarvoor nodig was ontbrak. De annexatie van de gemeente Vlaardinger-Ambacht in 1941 opende nieuwe perspectieven. In 1943 stelde men een ‘plan van uitbreiding in hoofdzaak’ vast. Dat plan werd in 1947 herzien door het Architectenbureau 'Van Tijen en Maaskant' uit Rotterdam. Naast de Westwijk omvatte dit gewijzigde plan: Vlaardingen-West en het centrum, Vlaardingen-Oost, de Indische buurt, voormalig Vlaardinger-Ambacht en de noordwest- en noordoostwijk. Als alle plannen waren gerealiseerd, zou de stad 135.000 inwoners moeten tellen!
Over de Westwijk vermeldde het rapport het volgende: “Deze is een groote nieuwe complete woonwijk, (bedoeld voor 20.000 inwoners) waarvan de bouw, naar verwacht wordt, over 10 à 20 jaar begonnen zal moeten worden. Wanneer zij voltooid zal zijn, zal zij een krachtige impuls geven aan het centrum, waarmee zij door de Maassluissedijk op uitstekende wijze verbonden is.”
De Westwijk zou hoofdzakelijk bestaan uit arbeiderswoningen en naargelang de behoefte ook middenstandswoningen. Het aantal eengezins- en etagewoningen (twee tot vier hoog) zou worden gebaseerd op een algemeen gemiddelde van de gezinssterkte. Verder zou er niet worden beknibbeld op de aanleg van plantsoenen, sport- en speelvelden.
Begin van de bouwwerkzaamheden
Op 20 oktober 1954 stak wethouder T. de Bruijn symbolisch de eerste spade in de grond. De rest van het grondwerk voor de nieuwe wijk behoefde echter niet meer handmatig te worden uitgevoerd. Voor het eerst werd in Vlaardingen een dragline gebruikt. Het gehele terrein moest worden opgehoogd met zand. Dat werd met schepen in de Oude Haven aangevoerd. Jarenlang bepaalden grote zandtrechters het aanzien van de Westhavenkade.
Burgemeester Heusdens sloeg op 9 juli 1956 de allereerste heipaal voor de nieuwe wijk en op 20 maart 1957 kon het eerste gezin zijn intrek nemen aan de Kenau Hasselaarstraat nummer 12. In juli 1958 bevolkten al bijna 3.000 inwoners de verschillende delen van de Westwijk (Wetering, Lage Weide en Zuidbuurt; de Hoogkamer volgde later). Gedurende de daaropvolgende jaren zouden voor de nieuwe bewoners ook allerlei voorzieningen worden gerealiseerd.
Archeologische vondsten
In 1958 troffen amateurarcheologen bij de aanleg van de Arij Koplaan resten aan uit de periode van 2900-2600 v. Chr.. De restanten van de late steentijdbewoners baarden internationaal opzien en waren zo afwijkend dat ze een eigen naam kregen: Vlaardingen-cultuur. Vandaag de dag is het zelfs een heuse periode-aanduiding: Vlaardingen-tijd (3500 tot 2500 voor Chr.).
Winkels, scholen, kerken en zorgcentra
Op een ruim terrein tussen de Philips de Goedestraat, de Van der Werfstraat en de Van Boisotstraat werden een gereformeerde, een hervormde en een openbare lagere school gebouwd. In 1961 begon men ook met de bouw van het Gemeentelyceum aan de Claudius Civilislaan. Om lokaal boodschappen te kunnen doen, moesten de inwoners wachten tot de jaren '60. Pas op 20 mei 1960 werd de eerste paal geslagen voor het eerste van vier winkelcomplexen in de wijk. Op de hoek van de Floris de Vijfdelaan en de Dirk de Derdelaan verrezen 21 winkels, een PTT-kantoor en 74 woningen.
Na de scholen en de winkels werden ook nog vier kerken gebouwd: de gereformeerde Maranathakerk aan de Prof. Mekelstraat (1961), de kerk van het Apostolisch Genootschap aan de Philips de Goedestraat (1962), de hervormde Ichthuskerk aan de Van Maerlantlaan (1965) en de R.K. Sint Willibrorduskerk op het Erasmusplein (1967). De verschillende kerkgenootschappen hadden overigens al eerder kerken laten bouwen in de wijk, namelijk aan de Insulindesingel, de Billitonlaan en de Henriëtte Roland Holststraat, maar deze kerken bestreken alleen de oude en de nieuwe Indische Buurt en waren niet toereikend voor de uitgestrekte Westwijk.
Dat de Westwijk niet alleen gericht was op jonge gezinnen, blijkt uit de bouw van een aantal, toen zogeheten 'bejaardencentra': De Wetering aan de Claudius Civilislaan (1964)De Valkenhof aan de Frank van Borselenstraat (1965), en de Marnixflat aan de Marnixlaan (1972). Men voorzag de wijk van diverse sport- en recreatievoorzieningen. Er was volop ruimte voor veel groen waartussen de nodige kunstwerken (beelden, reliëfs, metaalplastieken en wandschilderingen) een plaats kregen, zowel in de buitenruimte als in de openbare gebouwen.
Vijftig jaar later: sanering, renovatie en nieuwbouw
Na ruim vijftig jaar bleek de Westwijk aan vernieuwing toe te zijn. In 1995 lanceerde men het ‘Stedenbouwkundig Plan Westwijk 2005’. Het plan voorzag in de sanering of renovatie van bestaande woningen, scholen, winkels en kerken en in verschillende nieuwbouwprojecten. Hiervan zijn onder meer eengezinswoningen, twee-onder-een-kapwoningen, appartementencomplexen en sociale huurwoningen gerealiseerd.
Ook het centrum van de Westwijk onderging een facelift. Hiermee kreeg de wijk een heel andere uitstraling. Vanuit deze wijk is het recreatiegebied 'De Lickebaert' met de Krabbeplas ofwel 'Surfplas' en het Oeverbos goed bereikbaar. Via een brug over de A20 kom je in het recreatiegebied 'Broekpolder'.