Het Holy Ziekenhuis
Het Holy Ziekenhuis deed drieënveertig jaar dienst en speelde een grote rol in het leven van de inwoners van Vlaardingen en directe omgeving. De vreugde van een geboorte, het verdriet om een gestorven geliefde of de blijdschap die de genezing van een dierbare teweegbracht, wie heeft hier niét mee te maken gehad? De naam ‘Holy Ziekenhuis’ roept dan ook ongetwijfeld bij menigeen de nodige herinneringen op.
Op 17 mei 1965 was het dan eindelijk zover, het Holy Ziekenhuis werd na zeven jaar van bouwwerkzaamheden in drie fasen, officieel geopend. Het was een zogenaamd ‘breedvoetziekenhuis’; gedeeltelijk hoogbouw met een eraan vast gebouwd laagbouwcomplex. Dit bood indien gewenst in de toekomst gelegenheid tot uitbreiding. In de tweede helft van de jaren zestig zien we veel van dit type ziekenhuizen ontstaan. Voor díe tijd was het nieuwe ziekenhuis ultramodern en dat mocht ook wel, want het begrote bedrag van 14 miljoen, dát al was bijgesteld, was uiteindelijk opgelopen tot 30 miljoen gulden. Met name de keuken met het zogenaamde dry-heatsysteem met lopende band was voor die tijd zeer geavanceerd en één van de eerste in West-Europa.
Indeling
Het ziekenhuis bestond zoals gezegd uit een complex van hoogbouw en laagbouw, alles doormiddel van gangen met elkaar verbonden. De ziekenkamers lagen in het grootste gebouw dat een oostelijke en een westelijke vleugel had, zes verdiepingen telde en parallel liep aan de toen nog niet gerealiseerde rijksweg A20 Rotterdam-Hoek van Holland. De operatiekamers, de afdeling neurologie en de intensive care bevonden zich in het lager gebouwde middenstuk, de noordvleugel, waaronder de centrale hal lag die op haar beurt weer verbonden was met de er noordoostelijk aan vast gebouwde laagbouw waarin de polikliniek met de diverse specialisaties was gevestigd. Hierachter lagen de EHBO, de röntgenafdeling met wachtruimte, het laboratorium, de apotheek, de revalidatieafdeling en de aula met mortuarium.
Achter het westelijk deel van de ziekenvleugel, verbonden door een ‘slurf’ van twee verdiepingen waar zich het personeelsrestaurant en de recreatieruimte bevonden, lag het ‘zusterhuis’, dat elf verdiepingen telde. Hier waren de leerlingverpleegsters gehuisvest, onder het strenge regime van een inwonende hoofdzuster.
Bij de nieuwbouwplannen had men overigens iets cruciaals vergeten in te plannen, namelijk een opleidingsschool voor verpleegkundigen. Een bouwkeet bood lange tijd de oplossing voor dit probleem. Achter de hal lagen een kleine, open binnenplaats, de keuken, het magazijn, de wasserij met linnenkamer en het ketelhuis. Eind jaren zestig komt er wegens een nijpend personeelstekort, een crèche bij. Deze bood moeders van kleine kinderen de gelegenheid om weer parttime hun baan op te pakken.
Problemen
De geschiedenis van het Holy Ziekenhuis wordt gekenmerkt door nogal wat problemen, die zich al snel na de opening voordoen. Een groot probleem blijkt de leegstand van de ziekenhuisbedden. Dit heeft direct zijn weerslag op de inkomsten. Oorzaak ervan is dat het ziekenhuis eigenlijk in een overgangsperiode is gebouwd. Het motto ‘rust, reinheid en regelmaat’ dat voorheen in de ziekenhuiswereld regeerde, maakte plaats voor ‘rust roest’. Als er verder immers geen medische handelingen meer plaats hoefden te vinden, kon de patiënt net zo goed thuis verder herstellen. Dit had een kortere verpleegduur van de patiënten tot gevolg. Ook de kinderafdeling bleek veel te groot met een capaciteit van 20% op het totale verpleegaanbod. Hier was, als gevolg van de toenemende welvaart, af en aan slechts de helft van het aantal bedden bezet.
De polikliniek komt na klachten over de te lange wachttijden onder vuur te liggen en wordt in 1970 grondig doorgelicht. In de jaren tachtig neemt de populariteit van het ziekenhuis als gevolg van allerlei interne strubbelingen nog meer af. Men onderneemt actie en er verschijnt een A(lgemeen)B(elang)C(ommunicatie)-commissie en een Patiënteninformatiecentrum, wat later gevolgd door een Patiënten Service Bureau dat tevens de binnenkomende klachten behandelt.
In de jaren negentig blijft ondanks voorgaande acties het nog immer bestaande populariteitsprobleem het ziekenhuis parten spelen. Door het achterblijven van grote investeringen kan het ziekenhuis niet meer voldoen aan het alsmaar groter wordende eisenpakket dat gepaard gaat met de moderne tijd. Het gebouw is ondertussen al dertig jaar oud en is dringend toe aan een grote opknapbeurt. Deze blijft uit.
Positieve ontwikkelingen
Gunstige ontwikkelingen zijn er zeker ook. Als gevolg van het voortschrijden van de techniek, krijgt het ‘Holy’ er een bacteriologisch en klinisch chemisch laboratorium bij, er komt röntgen- en echoapparatuur en er wordt functieonderzoek verricht. Steeds meer diagnostische onderzoeken doet men poliklinisch, wat wel ook weer zijn negatieve weerslag heeft op de beddenbezetting. In 1970 komt er een afdeling hartbewaking en (pas) tien jaar later neemt een cardioloog de taak over van de internist, die zich tot dan toe ook met hartproblemen had beziggehouden.
Niet alleen op technisch gebied veranderen de tijden, ook op het sociale vlak vinden er kenteringen plaats. Steeds meer mannelijke verplegers doen hun intrede in het ziekenhuiswezen, waardoor men de algemene benaming ‘verpleegkundige’ gaat hanteren. In het strenge en hiërarchische regime dat zowel in de opleiding als tijdens het werk van de verpleegkundigen heerst, zit ook wat beweging. Zogenaamde teamverpleging zorgt voor meer persoonlijke inbreng en er komt meer aandacht voor de psychische en sociale omstandigheden en de persoonlijke behoeften van de patiënt. In de loop van de jaren zeventig krijgt het ziekenhuis dan ook een afdeling maatschappelijk werk, in 1978 vestigt zich een klinisch psycholoog en in 1979 gaat er een ziekenhuispastor aan het werk. Met deze nieuwe koers die het ziekenhuis inzet, neemt ook de mondigheid van de patiënt toe; men eist openheid van medische dossiers en neemt steeds minder kritiekloos aan wat artsen en specialisten zeggen.
Samenwerking
Er zit maar een ding op: samenwerken met de aanvankelijk twee Schiedamse ziekenhuizen. Een eerste initiatief hiervoor ontstond al in 1971 en resulteerde toen in de oprichting van de stichting Samenwerkende Schiedamse en Vlaardingse Ziekenhuizen (SSVZ). Dit overlegorgaan zorgde met name voor samenwerking tussen de opleidingen en de geneesmiddelenvoorziening. In 1999 fuseerde het uit het Nolet Ziekenhuis en het Gemeente Ziekenhuis voortgekomen Schieland Ziekenhuis met het Holy Ziekenhuis.
Dan, bijna tien jaar later, na lang gesteggel over de locatie van een nieuw te bouwen ziekenhuis gevolgd door problemen met de bouw ervan, opent het Vlietland Ziekenhuis uiteindelijk eind 2008 zijn deuren. Op 30 december 2008 valt met de overbrenging van de laatste honderd patiënten definitief het doek voor het ‘Holy’. In 2009 werd het gebouwencomplex met de grond gelijk gemaakt. Op dit 8,5 hectare grote terrein verrezen 225 woningen die met elkaar de nieuwe woonwijk ‘Hoog Lede’ vormen.
Bronnen
- A. Jongstra en E. Boonstra-de Jong, 2004: ‘Ziekenhuis stroomopwaarts’, Den Haag.
- H.J. Luth en M.P. Zuydgeest, 2010: ‘Het Groot Vlaardings Prentenboek’, Vlaardingen.
- ‘Holy-Ziekenhuis te Vlaardingen’, uitgegeven door B&W van Vlaardingen ter gelegenheid van de opening in 1965.