Vondsten opgraving Broekpolderweg, perceel F 613 (1958)
-
-
Een verkenning bij werkzaamheden op een terrein in de Broekpolder leidde in 1958 tot de ontdekking van een ijzertijdvindplaats op het veen. De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek droeg het onderzoek van deze vindplaats na één week over aan de recent opgerichte archeologische werkgroep Helinium. Talrijke vrijwilligers legden de resten van een noordwest-zuidoost georiënteerde boerderij uit de vierde eeuw voor Christus vrij (midden-ijzertijd). Het gebouw, een woonstalhuis, was tussen de 25 en 30 m lang en 6 m breed. Het bleef onduidelijk of het een twee- of drieschepig gebouw betrof. Het vee stond gestald in het westelijke gedeelte van de boerderij. Dit bleek uit een meer dan 1 m dik pakket mest dat ter plaatse werd aangetroffen. In het stalgedeelte zijn twee haarden gevonden, die vermoedelijk gebruikt werden voor ambachtelijke werkzaamheden. De mensen woonden in het oostelijke deel van het gebouw, waar er twee ruimtes waren. Elke kamer was voorzien van een haard. Om brandgevaar te voorkomen legden de bewoners eerst een kleilaag aan op de rieten vloer of op een rij palen zoals te zien was bij de meest oostelijke haard. De onderzoekers vonden tijdens de opgraving veel scherven waarvan een groot percentage versierd was met vingertop- en nagelindrukken. Ook andere versieringsvormen kwamen voor, zoals lijn- en kamversieringen.