1574-2024: 450 jaar stadsbrand

door Harm Jan Luth-Mulders, stadsarchivaris van Vlaardingen

In 2023 vierden we 750 jaar stadsrechten, maar dit jaar herdenken we 450 jaar stadsbrand. Binnenkort gaan we ons buigen over ideeën om daaraan op gepaste wijze invulling te geven.
Op 2 juni 1574 werd Vlaardingen vrijwel geheel in de as gelegd en er is al heel wat gespeculeerd en geschreven over de rol van de Schiedammers daarbij, maar wat is er toen precies gebeurd?

De Opstand[1]

De Opstand (1568-1648), veelal de 80-jarige oorlog genoemd, liet ook in Vlaardingen diepe sporen na. Op 4 november 1573 werd het naburige Maassluis ingenomen door de Spaanse troepen. Vlaardingen – dat net als Maassluis geen stadsmuren had – was korte tijd eerder al in handen van de Spanjaarden gevallen en veel van de circa 1.500 Vlaardingers waren naar het beter beschermde Schiedam gevlucht. In Vlaardingen lagen op dat moment zo’n 900 Spaanse soldaten, terwijl aan de andere kant in Schiedam 1.000 Geuzen en in Delfshaven nog eens 1.300 Geuzen waren gestationeerd. Vlaardingen lag dus volop in de frontlinie.

Plattegrond Vlaardingen Jacob van Deventer  Plattegrond Schiedam Jacob van Deventer

Stadsplattegronden van Vlaardingen en Schiedam, door Jacob van Deventer, circa 1560 (respectievelijk Bibliotheca Nacional, Madrid en Collectie Hingman, Nationaal Archief, Den Haag).

 

[1] Albert Brouwer en Ingena Vellekoop, Spaans benauwd: strijdende Geuzen en Spanjaarden in het Maasmondgebied 1568-1575, Vlaardingen, 1984, p. 42-56.

Geweld

Een maand later vielen de Spanjaarden Overschie aan en de Geuzen staken daar de kerk in brand, zodat de Spanjaarden er geen gebruik van konden maken. Alleen Delft, Schiedam en Rotterdam, aan de noordelijke Maasoever, waren toen nog in handen van de Geuzen. Intussen hielden de Geuzen, grotendeels rabauwen, ook flink huis in Schiedam. Ze mishandelden er de priester zodanig dat hij het niet overleefde, in december 1573 brandden ze Reimerswaal plat en in maart 1574 ook nog Pijnacker.

 

De ‘tweede ronde’

Rond die tijd werden de Spaanse troepen uit Vlaardingen en Maassluis teruggeroepen naar Vlaanderen, om de aanval van Lodewijk van Nassau af te slaan, waarop de Geuzen triomfantelijk Vlaardingen binnentrokken en hier de koster ophingen. De ‘bevrijdingsvreugde’ was daar echter van korte duur, want in mei 1574 gaf de nieuwe landvoogd Luis de Requesens (de opvolger van Alva) opdracht Holland opnieuw te bezetten om Leiden in te nemen. De Spanjaarden trokken via Utrecht naar Leiderdorp en namen stellingen in, richting Gouda, Delft, Rotterdam en Schiedam.

Op 29 mei 1574 ging bevelhebber Francisco de Valdez al richting Maassluis met de bedoeling om daarna via Vlaardingen door te stoten naar Rotterdam. In reactie op die snelle opmars brandden de Geuzen overal hoge gebouwen zoals molens plat.

 

De Vlaardingse stadsbrand

PRVL0119

Fantasie-pentekening van de Vlaardingse stadsbrand op 2 juni 1574 (Octave DeConinck; collectie Stadsarchief Vlaardingen).

In dat hectische klimaat gaf Willem van Oranje op 1 juni 1574 opdracht aan zijn troepen (de Geuzen dus) Vlaardingen op te geven en zich te verschansen bij de Vijfsluizen. Een dag later, op 2 juni, trokken de Geuzen nog even terug naar hun verlaten schans in Vlaardingen om de boel onklaar te maken, zodat de Spanjaarden er niets aan zouden hebben en toen ging een groot deel van de stad in vlammen op. Het lijkt erop dat er allerlei gespuis meetrok en dat een bende plunderaars onder aanvoering van de verlopen Schiedamse kleermaker ‘Benjamin de snijer’ hier tekeer ging.[1]

 

[1] M. van Nievelt, Hantvesten, octroyen, privilegien en regten aan de stede Vlaardingen vergunt of bevestigt, ’s-Gravenhage, 1772, p. 138 (noot 4).

Omdat de troepen van de opstandelingen tegen Filips II vanaf de Vijfsluizen/Schiedam hierheen kwamen, is het wel logisch dat in het collectief bewustzijn van de Vlaardingers ‘de ellendelingen uit Schiedam kwamen’. Hoewel het goed is zich te realiseren dat dit gebruikelijke ‘tactiek der verschroeide aarde’-manoeuvres in oorlogstijd waren, lijkt ‘de Schiedammers’ dus wel enige blaam te treffen.

Na de stadsbrand van Vlaardingen versterkte Oranje Schiedam en de Spanjaarden trokken in het najaar van 1574 in de ruïnes van Vlaardingen. De Vlaardingers die nog niet waren gevlucht, vertrokken halsoverkop naar Voorne-Putten, dat nog wel in handen van de Geuzen was. In de zomer van 1575 blijkt het grootste deel van hen weer terug te zijn in zijn vaderstad.

 

Onderzoek

Ter voorbereiding op de genoemde herdenking, zullen de medewerkers van het Stadsarchief en hun andere collega’s van het Team Kunst, Cultuur en Erfgoed – voor zover mogelijk – de toedracht nog eens goed onderzoeken, want het moet natuurlijk wel kloppen.

(Dit is een verkorte bewerking van een eerder in Tijd-Schrift nr. 168 van de Historische Vereniging Vlaardingen gepubliceerd artikel.)